‘Een kostbaar verhaal van liefde en dood’
Gerard Reve werd afgelopen weekeinde begraven. Een reportage over een bijzondere paaszaterdag in een Belgisch dorpje.
Machelen-aan-de-Leie – De inwoners van het Machelen-aan-de-Leie staan stil naast de weg en zien de auto’s het Belgische dorp binnenrijden. Een invasie van Nederlanders en Belgen voor de begrafenis van een schrijver die tot de groten van de vorige eeuw wordt gerekend. Op de gezichten van de bevolking staat verbazing: zoveel drukte in hun anders zo rustige straten. En dat om een man die ze nauwelijks tot niet hebben gekend.
Gerard Reve. Zijn leven in de afzondering van dit dorp culmineert bij diens dood in een massaal bezochte gebedsdienst in de parochiekerk Sint Michiel Cornelius en Ghislenius. Het gebouw is gevuld tot de laatst beschikbare meter; de rest staat buiten. Wat ze krijgen, is een uiterst eenvoudige dienst. Op het balkon, op een kluitje in de hoek, staat wat het lokale dameskoor moet zijn. Bij het begin van de dienst heffen ze het lied ‘De heer is mijn herder’ aan. Twee vertegenwoordigers van de plaatselijke begrafenisonderneming dragen de kist naar binnen, gevolgd door een stoet vrienden en bekenden. Uitgezonderd een solozangeres die een aantal indrukwekende liederen laat horen, is er deze middag niet veel noemenswaardig vertoon. Dat is opmerkelijk omdat Reve het Rooms-katholieke theater zo lief had en het zelf met zoveel overtuiging kon spelen.
Alleen pastoor Gabriël Desmaele doet er met zijn performance aan denken. De geestelijk leidsman in Reves laatste jaren staat in het midden op het hoofdaltaar, zonder katheder om zo zichtbaar als mogelijk te zijn voor de ongeveer 1000 aanwezigen. Zijn ogen stralen, hij buigt, huppelt op en neer, spreidt zijn armen. En hij spreekt – uit het hoofd, liefdevol en graag. Tot God zegt hij over Reve: ‘Met hem hebt Ge een kostbaar verhaal van liefde en dood geschreven.’ Of met een ondeugende glimlach: ‘Om Reve te begrijpen, moet je een beetje katholiek zijn.’ Het hoogtepunt van de dienst komt misschien voor rekening van Erwin Mortier. In een toespraak schetst de Belgische auteur een aangrijpend portret: ‘Geen muziek is zo indringend, geestig en ontroerend, zo onrustbarend en troostrijk als die van Gerards taal. (…) Door het werk van Gerard Reve geraakt worden, is voelen hoe ergens diep in je binnenste een sleutel wordt omgedraaid.’
Een enkele blik in de kerk is voldoende om te zien dat het geen lege woorden zijn. Gerard Reve heeft vele aanwezigen met zijn literatuur diep geraakt. Zoals bij de twee jongens die tijdens de dienst schouder aan schouder achter in de kerk staan, beiden gehuld in een violette blouse. Of bij de vrouw die gedurende de dienst een aantal malen ‘Het boek van violet en de dood’ openslaat om er wat woorden van te proeven. Het laat zich ook terugvinden in wat vele lezers schrijven in het condoleanceregister. ‘Bedankt voor de mooie woorden en de troost.’ Binnen luistert het publiek onvermoeibaar naar de lange toespraken van de andere twee sprekers, de uitgever Bert de Groot en een van Reves vrienden, Wim Bergmans. De kerkgangers grinniken en zijn ontroerd. Als ze tenslotte naar buiten druppelen, staat op praktisch alle gezichten dezelfde uitdrukking. Het lijkt veel op eerbied, voor de man die vandaag wordt begraven. En een vermoeden van blijdschap dat ze er deel aan hebben gehad.
Velen maken de voettocht achter de auto met de kist door het open Belgische landschap. Op het kerkhof nemen ze in het midden een voor een afscheid bij de kist. Een paar meter daarachter wacht een leeg gat. Een groepje heeft zich er verzameld, achter de heg, waar ze soms vanuit een ooghoek overheen kijken. Het vierkant, met de kaarsrechte wanden waarlangs de kist dadelijk naar beneden zal zakken, vormt een krachtig beeld. Een onbedoelde verwijzing naar een schrijversleven. De essentie ligt besloten in de titel van dat meer dan veertig jaar oude boek: ‘Op weg naar het einde.’ Bron: Dagblad de Limburger.