De avond
Het gedicht is in mijn lijf
een uur geleden geschreven/
een vod papier zo de taal
in hanenpoten neergelegd
tot de randen van dit/ kleiner
zelfs dan mijn handen/
daarin blauw in wit gekrast
zonder materiaal om het te
schikken eindeloos tot wat
een dichter wil en dan/
de pen vragen nogmaals om
zo terloops te verzamelen/
woord van een vreemde avond
de nacht wacht al achter
omgevingsgeluiden terwijl
zin na zin zich blijft opvolgen
naar beneden over papier/
deze tussenplaats waar
niemand doden begraaft